Dit artikel is onderdeel van Natuurfotografie
Welke lichtbronnen zijn er?
Raamlicht, zonlicht, flitslicht, licht van een gloeilamp, licht van een tl-balk, kaarslicht, bliksem, led lampen, glimwormen, etc. Allemaal voorbeelden van lichtbronnen.
Lichtbronnen in twee hoofdcategorieën:
- Zacht licht – bijvoorbeeld raamlicht op het noorden.
- Hard licht – bijvoorbeeld zonlicht in de zomer en direct flitslicht.
Zoals je ziet, niet ingewikkeld. Maar, wel belangrijk om te beseffen dat lichtbronnen hard of zacht licht kunnen geven.
Download GRATIS eBook – 9 Basistips voor Mooiere Foto’s
Maximaal 1x per week een nieuwsbrief en geen spam! Afmelden kan in elke nieuwsbrief.
Wat is zacht licht?
Licht dat indirect op een onderwerp valt en zodoende meer verspreid is, noemen we zacht licht.
Twee factoren bij zacht licht
- Met verzachting – het licht van de lichtbron valt via een diffuus makend object op het onderwerp. Denk bijvoorbeeld aan zonlicht dat door de wolken schijnt. Of een softbox op een flitser.
- Grote lichtbron – licht is zachter als de lichtbron relatief gezien groter is. Je kunt een lichtbron dus “vergroten”, door je onderwerp dichter bij de lichtbron te plaatsen.
Wanneer is zacht licht interessant?
- Wil je portretten schieten, dan is zacht licht vaak uitermate geschikt. Zachte overgangen en subtiele schaduwpartijen. Perfect voor een rustig, maar interessant portret. Lees ook meer over compositie in je portretten.
Wanneer is zacht licht minder geschikt?
- Wil je strakke lijnen, abstracte beelden? Dan is zacht licht misschien niet direct het meest geschikt.
- Soms kan een foto heel interessant zijn als bepaalde dingen “onzichtbaar” zijn. Met zacht licht is praktisch alles zichtbaar in een foto, aangezien je camera het volledige dynamische bereik beschikbaar heeft.
Wat is hard licht?
Licht dat zonder verzachting op een onderwerp valt en komt van een kleine lichtbron, noemen we hard licht.
Twee factoren bij hard licht
- Zonder verzachting – het licht van de lichtbron valt zonder tussenkomst van diffuus makende objecten direct op het onderwerp.
- Kleine lichtbron – licht is harder als de lichtbron klein is. Een goed voorbeeld is de zon. Ook al is de zon gigantisch groot, doordat deze ver van ons vandaan staat is de uiteindelijke lichtbron klein. Dit geeft hard licht.
Hard licht zorgt voor veel helderheid en harde contrasten. Diepe schaduwen en overbelichting in de lichte delen van je foto is vaak het gevolg. Je merkt dat je tegen de grenzen van het dynamisch bereik van je camera aanloopt.
Wil je meer dynamisch bereik om zo toch nog je foto’s te redden? Dan kan het handig zijn in RAW te fotograferen, zodat je achter met fotobewerking meer mogelijkheden hebt.
Zorgen voor een goede en correcte belichting geeft ook meer mogelijkheden achteraf. Een goede belichting heeft alles te maken met hoe je de camera instelt.
Hard licht is – misschien ten onrechte – niet heel populair licht. Dit komt omdat het lastig onder controle te krijgen is. Het vergt meer training en begrip van licht in het algemeen. Toch kan het in veel situaties juist een toevoeging aan je beeld zijn.
Wanneer is hard licht interessant?
- Wil jij harde lijnen benadrukken en abstracte beelden schieten, dan is hard licht jouw vriend.
- Met hard licht kun je gebruik maken van het beperkte dynamisch bereik van de camera. Belicht je voor de hooglichten, dan zullen de schaduwen diepzwart worden in de foto. Soms kan dit “technische” trucje ervoor zorgen dat je dingen kunt verbergen op een foto (zie foto hierboven), die voor het blote oog wel zichtbaar zijn.
Wanneer is hard licht minder geschikt?
- Ga jij portretten schieten, dan is hard licht niet direct het meest geschikte licht. Wil je bijvoorbeeld bij een vrouw een zachte vrouwelijke uitstraling tonen, dan heb je niets aan harde schaduwen en lijnen in het gezicht.
- Bij landschapsfotografie wil je meestal geen diepzwarte schaduwen, maar juist het volledige plaatje tonen. Om die reden zal je liever gebruik maken van zacht licht tijdens bijvoorbeeld het blauwe uur.
Conclusie
Fotograferen met hard en zacht licht. Het heeft beide zijn voor- en nadelen.
Als ik iets geleerd heb in de afgelopen ruim 10 jaar fotograferen, dan is het wel dit. Bedenk van te voren goed wat je wilt bereiken met je foto. Stel daarop vervolgens het te gebruiken licht af. Mits je daartoe de mogelijkheid hebt uiteraard.
Als bruidsfotograaf weet ik ook dat het soms lastig is je lichtsoort te kiezen. Het is elke keer weer spannend wat je aan zult treffen. Een zonovergoten dag of juist bewolkt. Een kamer met alle gordijnen dicht en 1 tl-balk of een kamer gevuld met prachtig noordelijk raamlicht.
Een perfecte leerschool om een meester in het gebruik van licht te worden moet ik zeggen.
Heb jij interesse om meer te leren over licht?
Dan is de basiscursus fotografie absoluut iets voor jou. Tijdens deze cursus heb ik het veel over de verschillende lichtsoorten en hoe je ze gebruiken kunt.
Wie weet zien we elkaar tijdens 1 van de cursusdagen!