Belichtingsdriehoek

Photo of author

Om een foto te maken heb je een goede belichting van de camera sensor of – bij analoge fotografie – het filmrolletje nodig. De belichtingsdriehoek geeft inzicht in de drie factoren die van belang zijn voor een correcte belichting. De drie camera instellingen waar we het over hebben zijn hierboven afzonderlijk genoemd, namelijk het diafragma, de sluitertijd en de ISO-waarde.

GRATIS eBook - 9 Basistips Fotografie

De belichtingsdriehoek laat op overzichtelijke wijze zien, welke drie factoren invloed op elkaar uitoefenen om een goede belichting te krijgen. Zo heeft een aanpassing van bijvoorbeeld de sluitertijd invloed op je diafragma keuze en de benodigde ISO-waarde.

Je kunt in de belichtingsdriehoek ook zien wat er verder nog gebeurd als je 1 van de genoemde factoren aanpast. Zo heeft een aanpassing van je diafragma niet alleen invloed op de belichting, maar ook op de scherptediepte.

Nog even ter herinnering, de drie factoren voor een goede belichting:

  • Sluitertijd – de tijd dat er licht op de camera sensor of het filmrolletje valt.
  • Diafragma – de lensopening van het objectief op de camera.
  • ISO-waarde – de lichtgevoeligheid van de camera sensor.

Download GRATIS eBook – 9 Basistips voor Mooiere Foto’s

Maximaal 1x per week een nieuwsbrief en geen spam! Afmelden kan in elke nieuwsbrief.

De belichtingsdriehoek in praktijk

In onderstaande infographic kun je de belichtingsdriehoek zien. Je kunt zien dat de drie factoren invloed op elkaar uitoefenen en samen beslissen wat een goede belichting is.

Ook zie je dat de afzonderlijke factoren van invloed zijn op ruis, scherptediepte en bewegingsonscherpte in je foto’s.

Belichtingsdriehoek camera instellingen

Een goede belichting, hoe werkt dat?

Een goede belichting vereist een bepaalde combinatie van diafragma, sluitertijd en ISO-waarde. Bij een aanpassing van 1 van die factoren, zul je altijd een compensatie moeten uitvoeren bij 1 of 2 van de overgebleven factoren.

Belichting getallen – diafragma, sluitertijd en ISO

Om een goede basis te leggen en alles visueel duidelijk te maken heb ik onderstaande tabellen gemaakt. In de tabellen zie je allereerst veelgebruikte waardes die je tegen kunt komen bij de drie factoren. Daarna laat ik zien hoe je deze combineert.

Opmerking: Lees de waarden in de tabellen van linksboven naar rechtsonder.

Voorbeeld diafragma-getallen van grote opening naar kleine opening:

f/1f/1.4f/2f/2.8f/4
f/5.6f/8f/11f/16f/22

Voorbeeld sluitertijden in seconden van snel naar traag:

1/80001/40001/20001/10001/500
1/2501/1251/601/301/15
1/81/41/21 sec2 sec

Voorbeeld ISO-waarden van weinig lichtgevoelig tot heel lichtgevoelig:

50100200400800
16003200640012.80025.600

Hoe combineer ik de belichting getallen?

Laten we kijken hoe je bovengenoemde getallen kunt combineren tot een goede belichting en hoe je schakelt als je 1 van de waarden wilt aanpassen.

Om goed te begrijpen wat er in de combinatie tabel gebeurd, is het belangrijk eerst een kleine zijstap te maken en de term stops uit te leggen.

Wat zijn stops?

Om de verschillende waarden van diafragma, sluitertijd en ISO met elkaar te kunnen vergelijken, is er een oplossing bedacht. Deze oplossing duiden we aan met de term stops.

Heel simpel gezegd geven stops aan in hoeverre er meer of minder licht op de sensor – of fotorolletje – van je camera valt.

  • 1 stop betekent een verdubbeling of halvering van de hoeveelheid licht (afhankelijk van de sprong richting).
  • 2 stops betekent 4x meer of minder licht.
  • 3 stops betekent 8x meer of minder licht.
  • 4 stops betekent 16x meer of minder licht.

Moderne camera’s werken ook met 1/2 of 1/3 stop. Om verwarring te voorkomen gebruik ik in de onderstaande voorbeelden alleen hele stops.

Gebruik maken van stops om de belichting getallen te vergelijken

Nu we weten wat een stop is, kunnen we de verschillende belichting getallen met elkaar gaan vergelijken.

Voorbeeld combineren belichting getallen

Stel, de camera staat op een automatische stand en bepaald zodoende de belichting. De camera zal drie waarden bepalen, namelijk een waarde voor het diafragma, de sluitertijd en de ISO-waarde. We nemen als uitgangspunt dat deze waarden de middelste rode waarden in de onderstaande tabel zijn.

In het voorbeeld passen we de ISO-waarde niet aan. In principe zul je deze namelijk pas aanpassen als de sluitertijd te traag wordt of als je geen grotere diafragma opening kunt kiezen. We kiezen dus voor een zo laag mogelijke basis ISO-waarde om ruis in de foto te voorkomen. In dit geval is dat ISO 100.

Diafragmaf/2f/2.8f/4f/5.6f/8
Sluitertijd1/40001/20001/10001/5001/250
ISO100100100100100

Uitleg – voorbeeld belichting getallen

Om de informatie uit bovenstaande tabel te duiden gaan we sprongen maken door de tabel van kolom naar kolom. Elke kolom in de bovenstaande tabel zorgt namelijk voor exact dezelfde belichting.

Sluitertijd verandering

Stel, we gaan van de rode waarden 1 kolom naar links naar de groene waarden. De sprong van 1/1000 sec. naar 1/2000 sec. duiden we als 1 stop. In dit geval wordt de sluitertijd 2x zo snel. Dit betekent een halvering van het licht op de camera sensor.

Diafragma compensatie

Doordat de sluitertijd veranderd, zullen we een compensatie moeten uitvoeren met het diafragma om een correcte belichting te behouden. Doordat de sluitertijd met 1 stop is aangepast, zullen we dit met het diafragma ook moeten doen.

De sluitertijd zorgde voor een halvering van het licht, dus zullen we met het diafragma een verdubbeling van het licht teweeg moeten brengen. Dit doen we door de diafragma opening groter te maken. We maken de diafragma opening exact 2x zo groot door van f/4 naar f/2.8 te gaan. Nu is de belichting weer correct.

In de onderstaande afbeelding kun je de oppervlakte verdubbeling van de diafragma opening zien als je van f/4 naar f/2.8 gaat.

Diafragma openingen

Zoals gezegd, de ISO-waarde passen we in dit voorbeeld niet aan.

Wat leert de belichtingsdriehoek ons nog meer?

Naast een goede belichting, laat de belichtingsdriehoek ook zien welke invloed de drie factoren nog meer uitoefenen. Zoals eerder benoemd is dit de hoeveelheid ruis, bewegingsonscherpte en scherptediepte in je foto.

Belichtingsdriehoek camera instellingen
  • Sluitertijd – Als je een snellere sluitertijd kiest (bijvoorbeeld 1/8000 sec), dan kun je het beeld “bevriezen”. Kies je een tragere sluitertijd (bijvoorbeeld 1 seconde of nog langer), dan zal je beweging in je beeld terugzien.
  • Diafragma – Kies je voor een grote diafragma opening zoals f/1.8, dan zul je weinig scherptediepte in je foto hebben. Oftelwel, je onderwerp is scherp en de achtergrond is onscherp. Kies je voor een kleiner diafragma opening zoals f/22, dan is alles in de foto scherp en spreken we van veel scherptediepte.
  • ISO-waarde – Hoe hoger de ISO-waarde, hoe meer ruis je in de foto terug zal zien. Probeer je ISO-waarde dus altijd zo laag mogelijk te houden. Pas de ISO-waarde pas aan als je geen grotere diafragma opening kunt kiezen, of als de sluitertijd te traag wordt om uit de hand te fotograferen.

Korte samenvatting met vraag & antwoord

Wat is de belichtingsdriehoek?

De belichtingsdriehoek maakt inzichtelijk welke invloed het diafragma, de sluitertijd en de ISO-waarde op elkaar uitoefenen. Een aanpassing van 1 van deze factoren, vergt een compensatie bij 1 of 2 van de andere factoren.

Wat zie ik nog meer in de belichtingsdriehoek?

De belichtingsdriehoek geeft weer hoe de belichtingsfactoren (diafragma, sluitertijd, ISO), van invloed zijn op ruis, scherptediepte en bewegingsonscherpte in een foto.

Deze pagina is onderdeel van de hub: Camera Instellingen

Deel je mening