Landschappen fotograferen is een andere tak van fotografie dan als je portretten schiet. Daar horen dus ook andere camera instellingen bij. Een voordeel als je aan de slag gaat met landschapsfotografie, is dat je meestal tijd en rust hebt om je camera in te stellen. Die tijd kun je goed gebruiken om bijvoorbeeld een extra sterke compositie in je foto te krijgen.
Download GRATIS eBook – 9 Basistips voor Mooiere Foto’s
Maximaal 1x per week een nieuwsbrief en geen spam! Afmelden kan in elke nieuwsbrief.
De basis camera instellingen voor landschapsfotografie
- Diafragma – Stel een kleine diafragma opening op je camera in om het totale landschap van voor tot achter scherp te fotograferen.
- Sluitertijd – Als er geen bewegende onderwerpen in je foto zijn en je de camera op een statief zet, kun je langzame sluitertijden gebruiken.
- ISO – Een lage ISO-waarde zorgt ervoor dat je niet of nauwelijks ruis in je foto’s hebt. Als je een langere sluitertijd gebruikt, kun je de ISO-waarde laag houden.
Scherpe en goed belichte landschapsfoto’s
Afgezien van de eerder genoemde diafragma, sluitertijd en ISO-waarde instellingen, zijn er nog een aantal handige camera instellingen waar je gebruik van kunt maken als je landschappen gaat fotograferen.
- Focus – Als je gebruik maakt van autofocus, zorg dan dat de camera eenmalig scherp stelt als je de ontspanknop half indrukt. Gebruik dus niet de continuous focus modus, waarbij de camera continue scherp aan het stellen is. Je kunt ook handmatig scherpstellen.
- Matrixmeting -Bij het fotograferen van landschappen gebruik je over het algemeen matrixmeting om de belichting te bepalen. Je wilt ten slotte dat er een belichting voor de gehele scene berekent wordt. Wil je speciaal belichten voor een deel van de foto, dan kun je ook gebruik maken van centrummeting.
Als je geen bewegende onderwerpen in je landschapsfoto’s hebt, kun je er bijvoorbeeld voor kiezen handmatig scherp te stellen. Zo voorkom je dat de scherpte per ongeluk verkeerd ligt. Gebruik liveview om naar 100% in te zoomen en stel vervolgens scherp door aan de scherpstelring van je objectief te draaien.
Omdat het in landschapsfoto’s meestal belangrijk is dat alles scherp is, gebruik je de camera instelling met een kleine diafragma opening. Zo krijg je veel scherptediepte en is alles in de foto van voor tot achter scherp.