Diafragma & Scherptediepte

Photo of author

Het diafragma is de lichtopening van het objectief dat op je camera zit. Deze lichtopening bestaat uit lamellen die kunnen bewegen. Door het bewegen van deze lamellen wordt de opening groter of kleiner. Samen met de sluitertijd en ISO-waarde, bepaalt deze camera instelling of de belichting van je foto correct is.

GRATIS eBook - 9 Basistips Fotografie

De lichtopening bepaalt hoeveel licht door het objectief op de sensor van je camera valt. Bij analoge fotografie valt het licht uiteraard niet op de sensor, maar op het filmrolletje.

Door een grote diafragma opening als camera instelling te kiezen, krijg je een kleine scherptediepte. Je onderwerp zal in dat geval scherp zijn en de achtergrond onscherp. Met een kleine diafragma opening zal de foto van voor- tot achtergrond scherp zijn.

Download GRATIS eBook – 9 Basistips voor Mooiere Foto’s

Maximaal 1x per week een nieuwsbrief en geen spam! Afmelden kan in elke nieuwsbrief.

Hoe werkt het diafragma?

Je kunt het diafragma vergelijken met de pupillen van je ogen. Als er veel licht is, zullen je pupillen verkleinen. Tegenovergesteld als er weinig licht is, zullen je pupillen juist verwijden.

De reden voor het groter of kleiner worden van je pupillen is, om ervoor zorgen dat precies de juiste hoeveelheid licht je ogen binnenkomt. Niet teveel, niet te weinig.

Het diafragma van een objectief op je camera heeft dezelfde functie als de pupillen van je ogen.

Volledig open diafragma.

Waar heeft het diafragma invloed op?

Diafragma-getallen

Laten we eerst even een stukje technische kennis erbij pakken. Het diafragma wordt uitgedrukt in een f-getal. Dit getal komt voort uit de onderstaande berekening.

Brandpuntafstand (f) gedeeld door diameter diafragma (D) = f-getal

Uit deze berekening volgt de onderstaande F-schaal.

Dit ziet er allemaal heel spannend uit, maar in de praktijk valt dat best mee.

Op de bovenstaande afbeelding zie je veelgebruikte diafragma getallen en de bijbehorende opening schematisch afgebeeld. Zoals je kunt zien wordt de opening kleiner naarmate het getal groter wordt.

Het f-getal wordt groter, maar de diafragma opening kleiner?

Antwoord:
De berekening die we gebruikten voor het maken van bovenstaande F-schaal, maakt van het resultaat (achter de =) een breukgetal.

Voorbeeld:
Er staat dus eigenlijk niet f16 maar f1/16. De opening is dus 1/16e deel van de totale opening van het diafragma.

Nog een voorbeeld:
Een diafragma-getal f2 betekent eigenlijk dus f1/2 – oftewel halve opening van het diafragma.

Belangrijk om te weten is dat f1 een volledige opening van het diafragma betreft. Er zijn overigens weinig objectieven die dit halen. Meestal zul je f1.2 of f1.4 als laagste getallen zien. Over het algemeen gesproken is een objectief “lichtsterk” te noemen vanaf f2.8.

Achterkant van een objectief dat aan de camera body vastgemaakt wordt.

Waarvoor gebruik ik het f-getal?

Antwoord:
Het f-getal gebruik je om te bepalen hoeveel meer of minder licht je objectief doorlaat.

  • Elke sprong naar rechts op de bovengenoemde lijst (verkleinen diafragma), is een halvering van de hoeveelheid licht.
  • Elke sprong naar links (vergroten diafragma) is een verdubbeling van de hoeveelheid licht.

We noemen deze sprongen stops.

  • 1 stop betekent een verdubbeling of halvering van de hoeveelheid licht (afhankelijk van de sprong richting).
  • 2 stops betekent 4x meer of minder licht.
  • 3 stops betekent 8x meer of minder licht.
  • 4 stops betekent 16x meer of minder licht.

Als je naar de belichtingsdriehoek kijkt, dan zul je bij een verandering van de hoeveelheid licht die je doorlaat met je diafragma, een aanpassing moeten maken met je sluitertijd of ISO-waarde om een correcte belichting te houden.

Simpel gezegd, een verandering van de hoeveelheid licht op 1 van de 3 onderdelen van de belichtingsdriehoek, heeft direct invloed op de andere 2 onderdelen.

De aanpassingen op de 2 andere onderdelen van de belichtingsdriehoek meet je ook in stops.

Door veranderingen te meten in stops, kun je de verschillende onderdelen van de belichtingsdriehoek met elkaar “vergelijken”. Zo behoud je altijd een correcte belichting.

Een simpel voorbeeld:

  • De sluitertijd veranderen van 1/100 sec naar 1/200 sec noemen we ook 1 stop. In dit geval is de aanpassing een halvering van de hoeveelheid licht. De sluitertijd is namelijk precies 2x korter met 1/200 sec.

Nog een voorbeeld:

  • De ISO-waarde van 100 naar 200 verhogen noemen we ook 1 stop. In dit geval is de aanpassing een verdubbeling van de hoeveelheid licht. De ISO waarde is namelijk precies 2x groter. Een hogere ISO-waarde staat voor een lichtgevoeligere sensor.

Scherptediepte, wat is dat?

Zoals je hebt kunnen lezen wordt o.a. door het diafragma bepaald hoeveel licht er op de sensor valt. Er is echter nog iets waar het diafragma invloed op heeft, namelijk de scherptediepte in je foto. In het Engels noemen we dat “Depth of Field”, oftewel DOF.

De ene bloem is scherp en de rest is onscherp. In deze foto is weinig scherptediepte.

Scherptediepte is de totale afstand die scherp is, gerekend vanaf voor tot achter je onderwerp.

Door te spelen met je diafragma kun je een meer of minder scherpe voor- en achtergrond in je foto creëren. De kwaliteit van deze onscherpe delen noemen we bokeh.

  • Het diafragma geeft je de mogelijkheid om creatief te fotograferen. Jij als fotograaf beslist wat je wel of niet scherp wilt hebben.
  • Fotograferen in een semi-automatische stand, zoals de Av-stand of de volledig manuele M-stand, geven je de controle over het diafragma en dus over de scherptediepte.

Hoe zorg je voor veel of weinig scherptediepte in je foto?

Om bovenstaande vraag te beantwoorden, is het handig een geheugensteuntje te gebruiken.

🤔 Geheugensteuntje:

  • Groot diafragma (klein f-getal)weinig scherptediepte
  • Klein diafragma (groot f-getal)veel scherptediepte

💡 Hier een schematische weergave:

De donker afgebeelde personen zijn scherp.

Wanneer veel of weinig scherptediepte gebruiken?

Afhankelijk van de scene die je aan het fotograferen bent, zul je gaan bepalen of je veel of weinig scherptediepte in je foto wilt. Naast een creatieve keuze kunnen er soms ook een technische beperkingen zijn die een belemmering vormen voor veel of weinig scherptediepte.

Voorbeelden van belemmeringen in scherptediepte keuze:

  • Er is weinig tot geen licht – Zoals we inmiddels weten heeft de diafragma instelling naast de scherptediepte, ook invloed op de belichting van de foto. Als er weinig tot geen licht is, bijvoorbeeld tijdens een concert, dan is het niet mogelijk het diafragma heel klein te maken. Er zou dan namelijk nog minder licht op de sensor vallen. Uiteraard kun je proberen hiervoor te compenseren met een langere sluitertijd, maar als deze te lang wordt zal er bewegingsonscherpte ontstaan in de foto.
  • Er is juist heel veel licht – Als er heel erg veel licht is, bijvoorbeeld midden op een zonnige dag, dan kun je het diafragma niet te wijd open zetten. Er valt dan immers teveel licht op de sensor, wat een overbelichte foto tot resultaat heeft. Compenseren door een hele snelle sluitertijd te kiezen is soms mogelijk, maar hangt af van de maximale sluitertijd van jouw camera.

Als je geen last hebt van teveel of te weinig licht, heb je een vrije creatieve keuze te maken. Wil ik veel of juist weinig scherptediepte? Er is in deze geen goed of fout. Dat is nu juist het leuke van fotograferen en creatieve uitingen in het algemeen. Iedereen kan zijn of haar ei kwijt en maken wat goed voelt.

Het is subjectief wanneer je veel of weinig scherptediepte wilt, maar hieronder toch wat voorbeelden. Nogmaals, er is geen goed of fout.

  • Landschapsfotografie – Over het algemeen zal je veel scherptediepte in de foto’s willen. Stel je voor: alle bomen op de voorgrond tot aan de bergketen op de achtergrond scherp. Dit betekent dat je fotografeert met een kleinere diafragma opening (groter f-getal). Ga er uit van f8, f11, f16 of zelfs nog kleinere diafragma openingen.
  • Natuurfotografie – Als je de Big Five-wilddieren wilt fotograferen tijdens jouw reis door Afrika, dan kan het mooi zijn de dieren zo te fotograferen zodat ze los komen van de achtergrond. De focus nog meer op die prachtige olifant of leeuw. In dat geval wil je weinig scherptediepte en fotografeer je naar waarschijnlijkheid met een telelens en grote diafragma opening van f2.8 of f4.
  • Portretten – Bij het fotograferen van portretten wil je de ogen scherp hebben, maar de rest mag vaag zijn. In dat geval fotografeer je met een grote diafragma opening (kleiner f-getal). Denk aan f2.8, f2, f1.8 of zelfs nog grotere opening van f1.4 of f1.2.

Wat heeft nog meer invloed op scherptediepte?

Naast het diafragma zijn er nog twee dingen die van invloed zijn op de scherptediepte in je foto.

  • De brandpuntsafstand – Uitgedrukt in mm op jouw gekozen objectief.
  • De scherpstelafstand – De afstand van de camera tot het punt van scherpstellen.

De brandpuntsafstand en scherptediepte

Naast het diafragma heeft ook de brandpuntsafstand die je kiest invloed op de scherptediepte. Brandpuntsafstand wordt aangeduid met mm op je objectief.

💡 Voorbeeld brandpuntsafstanden:

  • Een 35mm of 200mm objectief.
  • Een zoomlens zoals een 24-70mm objectief.

💡 Welke invloed heeft brandpuntsafstand op de scherptediepte?

  • Lang brandpuntsafstand zoals 200mm – De scherptediepte is zeer klein. Je kunt dus een achtergrond creëren die volledig vervaagt.
  • Kort brandpuntsafstand zoals 24mm – De scherptediepte is groot. Je kunt maar lastig een vervaagde achtergrond creëren in je foto’s.

💡 Hier een schematische weergave:

De donker afgebeelde personen zijn scherp.

Scherpstelafstand en scherptediepte

Naast diafragma en brandpuntsafstand heeft ook de afstand tot het punt van scherpstellen invloed op de scherptediepte.

  • Afstand van camera tot scherpstelpunt is groot – Hoe groter de afstand tot het scherpstelpunt, hoe groter de scherptediepte.
  • Afstand van camera tot scherpstelpunt is klein – Bij een korte afstand tot het scherpstelpunt zal de scherptediepte kleiner zijn

💡 Hier een schematische weergave:

De donker afgebeelde personen zijn scherp.

Combineren van drie scherptediepte factoren

We weten nu dat er drie factoren van invloed zijn op de scherptediepte, namelijk:

  • Diafragma
  • Brandpuntsafstand
  • Scherpstelafstand

Omdat het misschien allemaal wat overweldigend is, zie hier een schematische weergaven van de scherptediepte factoren.

De donker afgebeelde personen zijn scherp.

Voorbeeldfoto scherptediepte

Als je de foto van de potloden hieronder bekijkt, kun je goed zien wat scherptediepte doet voor een foto. Het is altijd goed om foto’s te bekijken en te bedenken wat de fotograaf gedaan heeft om tot dit resultaat te komen.

Scherptediepte

Wat kunnen we voor informatie halen uit de foto van de potloden?

  • Het is waarschijnlijk dat het focus punt het gele potlood geweest is.
  • De foto is genomen met een groot diafragma (klein f-getal), waardoor er weinig scherptediepte is.
  • De foto is genomen met een lens met lang brandpuntsafstand (bijvoorbeeld een 50mm lens of langer). Dit zien we door de compressie van de foto.

Welke diafragma gebruik ik – Voorbeeldfoto’s

Hieronder heb ik een aantal voorbeeldsituaties en uitleg wat voor diafragma keuze je daarbij kunt maken.

Landschapsfotografie:

Bij landschapsfotografie zul je meestal gebruik maken van een kleiner diafragma (groot f-getal). Op deze manier kun je veel scherptediepte in je foto krijgen. Daarnaast is je scherpstelafstand ook vrij groot, waardoor de foto ook veel scherptediepte krijgt.

Landschap met veel scherptediepte.

Portretfotografie:

Bij portretfotografie is het gebruik van een groter diafragma (klein f-getal) een goede manier om een onscherpte achtergrond te krijgen. Doordat je weinig scherptediepte hebt met een groot diafragma, zal de focus op bijvoorbeeld de ogen de kijker het beeld in trekken.

Portret met weinig scherptediepte.

Deze pagina is onderdeel van de hub: Camera Instellingen

Wat zeggen anderen...

  1. De scherptediepte is het gevolg van diafragma. De scherpstelafstand is het gevolg van??? Of is dat de kruks die ik niet snap? Ik lees namelijk veel over fotografie en techniek. Hyperfocale afstand is bijvoorveel iets waar ik de vinger nog niet achter krijg.

    Beantwoorden
    • Hi Jo, dank voor je reactie allereerst! Laat ik proberen hieronder nog een paar dingen te verduidelijken voor je.

      De scherptediepte in een foto wordt bepaald door 3 dingen:

      • Diafragma keuze
      • Brandpuntsafstand van de lens
      • Scherpstelafstand

      Laten we ze stuk voor stuk nog even beetpakken. Allereerst de keuze voor het diafragma. Als jij een grote diafragma opening kiest (laag getal zoals F/2.8 of nog lager), dan is de scherptediepte in je foto klein.

      Ook brandpuntsafstand heeft invloed op de scherptediepte in je foto. Kies je een objectief met een langer brandpuntsafstand, dan zal de scherptediepte in je foto kleiner zijn. In het kort, een telelens (bijvoorbeeld 200 mm) geeft op hetzelfde diafragma een kleinere scherptediepte dan een groothoek lens (bijvoorbeeld 18 mm). Dit betekent dat je met een telelens dus makkelijker een onscherp achtergrond kunt creëren dan met een groothoek lens.

      De laatste van de drie punten is de scherpstelafstand. Hoe dichterbij je scherp stelt op je onderwerp, hoe kleiner de scherptediepte. In het kort. Als je op 50 cm van je onderwerp staat en scherp stelt, is de achtergrond waziger dan als je op 3 meter afstand van je onderwerp staat en dan op hetzelfde onderwerp scherp stelt.

      Ik hoop dat het zo nog iets duidelijker is geworden welke factoren van invloed zijn op de scherptediepte in je foto. Je vraagt ook nog naar de hyperfocale afstand. Dit is de afstand waarop je scherp stelt om de maximale scherptediepte in je foto te krijgen. Dit is vooral van toepassing in de landschapsfotografie om ervoor te zorgen dat het beeld van voor- tot achtergrond scherp is. Om de hyperfocale afstand te berekenen kun je gebruik maken van allerlei apps op je telefoon, maar ook bijvoorbeeld via deze website: Depth of Field Calculator

      Veel succes en laat het weten als je nog vragen hebt!

      Beantwoorden
      • Aha, dus de scherpstelafstand bepaald de fotograaf zelf. Dus inschatten hoever het onderwerp is waar ik op scherpstel? Nu kan ik verder met jouw DOF tabel. Ontzettend bedankt! Ik kan verder met mijn “studie”

      • Hi Jo,

        Dat is correct! Je bepaald als fotograaf zelf de scherpstelafstand. Door dichterbij of verder weg scherp te stellen kun je dus invloed uitoefenen op het scherptedieptevlak.

        Succes met de studie en als er meer vragen zijn, laat het zeker even weten!

Deel je mening